Publicatie: Staantribune
De derby in Santiago tussen de twee grootmachten in de hoogste divisie van Chili is precies wat je van een beladen klassieker in Zuid-Amerika voorstelt: een wedstrijd vol spijkerharde overtredingen, opstootjes, kaartensalvo en een ongekende passionele sfeer op de tribunes. Wanneer er een editie van de Chileense ‘El Superclásico’ wordt gespeeld, ontspint zich een nieuw hoofdstuk in de boeiende geschiedenis tussen de twee populairste clubs van het land, waarin fans over elkaar heen buitelen om te laten zien wie groter en wie trouwer is aan hun club. We reizen terug in de tijd en meanderen, samen met twee Chileense voetbaljournalisten en -fans, door de geschiedenis van beide clubs en vogelen uit hoe de rivaliteit ontstond, welke invloed de dictatuur heeft gehad en mijmeren terug naar memorabele duels.
De beginjaren
Nadat Club Universidad de Chile in 1938 is toegelaten in het zesde seizoen van de Primera Division spelen de rivalen hun eerste onderlinge confrontaties. ‘La U’ speelt sinds 1934 onder de naam Club Universidad de Chili, na een fusie tussen studentenclubs Atletico Universitario en Nautico Universitario. Het in 1925 opgerichte Colo-Colo, vernoemd naar de Indiase Mapuche stammenleider die als krijger in de 16de eeuw tegen Spanje vocht, is regerend landskampioen en veel te sterk. De uitslagen hebben iets weg van een eenzijdige tenniswedstrijd. In de Chileense winter wint Colo-Colo op 7 augustus 1938 met 0-6 en in datzelfde jaar wordt het 6-2 voor Los Albos (de witten).
Bij deze allereerste derby’s is er nog geen sprake van een noemenswaardige rivaliteit tussen beide clubs. Supporters staan gewoon door elkaar op de tribunes en gaan vriendschappelijk met elkaar om. Dit verandert echter eind jaren ‘50. De prijzenkast van Colo-Colo puilt inmiddels uit met landstitels en de club is op weg naar de achtste ster. Christopher Antunez (42), auteur van het boek ‘2011’ over ‘La U’, blikt terug op deze jaren: “Het jaar 1959 is het begin van een glorieus decennium voor ons. Coach Luis Alamos behaalt, met een team dat grotendeels bestaat uit zelf opgeleide talenten, zes landstitels en twee tweede plaatsen, met oogstrelend voetbal.’’ Het bewierookte elftal krijgt de bijnaam ‘Ballet Azul’ toegespeeld en wordt hofleverancier van het nationale team, dat een historische 3de plaats bereikt op het WK van 1960 in eigen land.
De wedstrijd die alles verandert
Antunez vervolgt: “In de jaren ‘50 is stadsgenoot CD Universidad de Catolica in eerste instantie de grote rivaal. Dat verandert op 11 november 1959. Die dag spelen we tegen Colo-Colo een beslissingswedstrijd, omdat we met evenveel punten bovenaan de ranglijst zijn geëindigd. Carlos Campos, all-time clasico-topscorer, verplaatst in allerijl zijn huwelijk om mee te kunnen spelen.’’ Onder toeziend oog van ruim 40.000 toeschouwers in Estadio Nacional, het stadion dat Azules (de blauwen) bestiert en huurt bij gebrek aan een eigen stadion, wordt een turbulente wedstrijd gespeeld, waarin Club Universidad de Chile met 2-1 wint en dus als landskampioen het veld afstapt. Antunez constateert: “Die wedstrijd zorgde voor de ontkieming van de grote rivaliteit, omdat Colo-Colo tot dan oppermachtig was in Chili en wij plots de grote concurrent werden. Maar ook dankzij gevallen topclubs Magellan en Audax Italiano.’’
Luis Marambio (33), journalist en auteur van twee boeken over Colo-Colo, ziet dan ook veranderingen bij Los Albos: “In een poging ‘La U’ van z’n troon te stoten, kopen we voor het eerst in ons bestaan een buitenlandse speler: de Argentijn Walter Antonio Jiménez.’’ De spits wordt opgeduikeld bij Independiente en heeft de goede gewoonte om makkelijk het net te vinden. Hij groeit uit tot een publiekslieveling en wanneer hem jaren later wordt gevraagd welke wedstrijd het meest is bijgebleven, ontboezemt hij: “De 2-0 overwinning tegen ‘Ballet Azul’ was de beste wedstrijd uit mijn carrière. Niet vanwege het feit dat ik scoorde, maar omdat we wonnen van een onverslaanbaar elftal.’’ Ondertussen ontstaat halverwege jaren ‘60 de ‘Barra Marathon’ van Colo-Colo, de bakermat van de Barra Bravas in Chili. De fanatieke ‘hinchas’ (fans) schieten wortel in de zuidzijde van Estadio Monumental, waar ze op geheel eigen wijze hun ploeg aanmoedigen met vlaggen en bandieri’s. Met rijkelijk versierde bussen reizen ze het hele land door, waarmee naast voetbalwedstrijden, ook huwelijken en begrafenissen opgedirkt worden met zwart-witte clubkleuren.
Politieke inmenging
In de jaren ‘70 komt het schrikbewind van dictator Pinochet aan de macht in Chili, die een discutabele rol speelt bij beide clubs. De generaal wordt in 1976 op televisie tot erevoorzitter van de Colo-Colo benoemd. De omstreden leider begunstigt de club en gebruikt het voor politiek gewin. De club wint maar liefst twaalf van zeventien toernooien tijdens de dictatuur. Volgens Marambio was Pinochet echter geen aanhanger van Los Albos: “Hij was fan van Santiago Wanderers uit Valparaiso en gebruikte, net zoals Franco bij Real Madrid, Colo Colo voor zijn eigen gewin met valse beloftes. Zo beloofde Pinochet te betalen voor de bouw van het Estadio Monumental, maar dat geld kwam nooit.’’ De club heeft altijd ontkend geld te hebben ontvangen, maar voor de aanhang van ‘La U’ bestaat hier geen twijfel over en heeft het stadion omgedoopt tot ‘Pinochet stadion’.
Estadio Nacional is in de jaren ‘70 toneel van afschuwelijke gebeurtenissen. “In het Estadio Nacional worden dissidenten van het regime vastgehouden, gemarteld en zelfs geëxecuteerd’’, briest Antunez. “Vrouwen werden verkracht omdat ze een broek droegen i.p.v. een rok. Een inktzwarte periode in de geschiedenis van het land én Club Universidad De Chile.’’ Tijdens het regime van Pinochet zijn zo’n 3.200 mensen vermist en duizenden anderen gemarteld. De militaire coup van Pinochet heeft zijn weerslag op de club. Universiteiten worden tegengewerkt door het regime, waardoor eind jaren zeventig de club in een economische en sportieve crisis vervalt. Het bestuur besluit in 1980 de banden met de universiteit te verbreken, maar behoudt wel de naam en het logo.
De opkomst van de Barra Bravas
Halverwege de jaren ‘80 ontstaan de eerste grote Barra Bravas in Chili, zoals we die vandaag de dag kennen, als reactie op de censuur, herinnert Marambio: “De stadions worden voor de veelal antifascistische jeugd een ontmoetingsplek waarbij de liefde voor voetbal, punk en metal gezamenlijk wordt gedeeld.’’ In 1985 ziet de ‘Garra Blanca’ (witte klauw) van Colo-Colo het levenslicht in de noordzijde van Monumental, waar de wedstrijden met ander soort passie worden beleefd. Gewapend met trommels, vlaggen en met een ontbloot bovenlijf worden ritmische songs op militante wijze over de stadions uitgerold. Geïnspireerd door het hooliganisme uit Engeland bouwt Garra Blanca een gewelddadige en soms bedenkelijke reputatie op.
Ook bij Club Universidad de Chile verzamelen jongeren zich op de tribunes die zich verzetten tegen het gezag. In 1988 wordt ‘Los de Abajo’ - wat die van beneden betekent vanwege hun lage plek in het stadion - opgericht. Populaire liederen als: “Het zal vallen en het zal vallen, de dictatuur van Pinochet” larderen over de tribunes en zijn een doorn in het oog van de dictator. Van oorsprong zijn de Barra Bravas antifascistisch van aard, dit beeld verandert echter door de jaren heen en zijn er groepen van diverse pluimage actief. Marambio merkt op: “Barra Bravas werken met zowel linkse als rechtse politici, die worden verkocht aan de hoogste bieder in ruil voor openlijke steun.’’
Gloriejaren, een ramp en de comeback
Tot grote ontsteltenis van ‘Los de Abajo’ degradeert Azules in 1989 naar de tweede divisie. De club lijkt ten dode opgeschreven, maar mede door de steun van de harde kern vecht de club zich een jaar later terug naar het hoogste niveau. Eind jaren ‘80 en begin jaren ‘90 is Colo-Colo hierdoor oppermachtig, zowel binnen als buiten de landsgrenzen. Het aanstellen van de ambitieuze Kroatische coach Jozic geeft een vliegwieleffect. Marambio memoreert: “Bij zijn aanstelling belooft hij met een stalen gezicht de Copa Libertadores te gaan winnen. Jozic houdt woord en wint als eerste, en voorlopig als laatste Chileense club, de Copa Libertadores.’’ Na alle feestvreugde voltrekt zich in hetzelfde jaar een dieptepunt in de geschiedenis van de club. Colo-Colo speelt een jubileumwedstrijd tegen Real Madrid. Het stadion is afgeladen met 60.000 toeschouwers, waarvan een deel naar binnen is geglipt. Tijdens de wedstrijd stort een deel van het stadiondak in en vallen er zeventig gewonden. Er wordt per direct besloten om voortaan slechts 40.000 toeschouwers toe te laten.
Dan, in 1994, komt er een einde aan de lijdensweg van de Azules en pakt de club het landskampioenschap na een kwart eeuw droog te hebben gestaan. De droogte is een aanzet voor het verschil tussen beide clubs volgens Antunez. “Wanneer je supporter bent van ‘La U’ weet je wat lijden is en ben je per definitie hondstrouw. Wij bezitten geen eigen stadion, zijn gedegradeerd en hebben de pijnlijke periode van 25 jaar zonder titels doorstaan. Maar we zitten er nog steeds en hiermee onderscheiden we ons van de rest. Winnen is niet belangrijk, want blauw zijn is liefhebben zonder belang.’’ In de derby van 1994 boekt ‘La U’ een eclatante overwinning in de beker op Colo-Colo door drie goals van het jonge talent Marcelo Salas, die later zal uitgroeien tot een Chileense voetbalvedette. Antunez bekrachtigt: “Die clasico wordt gezien als de wederopstanding van de club.’’ Na afloop zingt de aanhang uit volle borst de hymne ‘El Romántico Viajero’, dat al sinds 1940 in het stadion te horen is, mee met de intonatie van een supporter die voor het eerst in 25 jaar een hoofdprijs wint.
Faillissementen
Selectiespelers van Colo-Colo stappen in de zomer van 2002 met shampoo in hun haar onder de douche en draaien met opgetrokken wenkbrauwen tevergeefs aan de douchekranen: er stroomt geen water uit. Niet veel later valt het licht uit in Estadio Monumental. Wat is er hand? Marambio blikt verbeten terug: “Ondanks een succesvol decennium belanden we in een financiële crisis. Wanbeleid heeft geleid tot het ondenkbare: de populairste club van Chili wordt failliet verklaard door een miljoenenclaim van een verzekeringsmaatschappij. Gevolg: het stadion wordt afgesloten van de nutsdiensten.’’ Colo-Colo verandert in een spiegelhuis waarin niemand verantwoording neemt, behalve de curator, die rigoureus ingrijpt: alle 117 werknemers worden ontslagen en salarissen van spelers worden drastisch verlaagd tot 70%. Broze tijden breken aan waarin de muizen dood voor de koelkast liggen en Los Albos de grootste moeite heeft om het hoofd boven water te houden.
Vier luizige jaren verder beleeft Colo-Colo een gedenkwaardige klassieker in de finale van het openingstoernooi in 2006. Los Albos verslaat in een zenuwslopende penaltyreeks ‘La U’, mede door een gemiste panenka van Club Universidad de Chile speler Mayer Candelo. De Colombiaan krijgt zoveel doodsbedreigingen toegebeten van de withete achterban, dat de club hem ontslaat. Met pek en veren vlucht de schlemiel naar Peru, waar hij in ballingschap zijn carrière vervolgt. Datzelfde jaar overkomt Azules hetzelfde als zijn eeuwige rivaal: een faillissement. Antunez: “In een poging alles te redden transformeert de club vervolgens in een zakelijk bedrijf met aandelen, tot frustratie van de ‘hinchas’. Tot op de dag van vandaag strijdt de aanhang voor een terugkeer van het sociale karakter van vroeger: een club zonder winstoogmerk, waarbij supporters bijvoorbeeld meer inspraak hebben in het shirt-ontwerp.’’
Onvrede
De onvrede suddert voort, ook bij Colo-Colo. In 2015 stelt een groep fans voor om Augusto Pinochet’s titel als erevoorzitter te ontnemen. Ze schamen zich voor zijn rol bij de club. Augusto Pinochet Molina, kleinzoon van de voormalige dictator, reageert verontwaardigd: “Estadio Monumental had er nooit gestaan zonder de steun van mijn grootvader." Voorafgaand aan de klassieker van 2015 gaat het weer over het spelletje. Bookmakers geloven massaal in een winstpartij voor Colo-Colo in de finale van de Copa de Chile, maar ‘La U’ wint onverwacht na een zinderende strafschoppenserie. Goaltjesdief Esteban Paredes verliest deze finale met Colo-Colo, maar groeit desalniettemin uit tot een icoon van de club. De spits is clasico-topscorer aller tijden van Colo-Colo met één doelpunt minder dan Carlos Campos van Los Chunchos (de uilen). Marambio schreef het boek ‘Goleador del Siglo’ (scorer van de eeuw) over de spits en vertelt met vertedering: “Paredes speelt in twee periodes voor Colo-Colo. Na zijn eerste periode verkast hij naar Mexico en kan daar langer verblijven voor een lucratief bedrag. Hij keert echter terug en gaat op jacht naar de all-time topscorerstitel van de Primera Division. Uitgerekend in de clasico van 2019 bereikt hij de magische grens van 216 doelpunten en kroont zichzelf tot topscorer aller tijden. Een heroïsch moment.’’
Heden
Anno 2020 is de situatie in Chili erg onrustig. De schaduw van Pinochet hangt nog steeds over het land, waarin het verschil tussen arm en rijk de afgelopen 30 jaar enorm is gegroeid. De prijsverhoging van een metrokaartje blijkt een aangestoken lont in een kruitvat. In een woede-explosie trekken duizenden mensen de straat op, waarna de noodtoestand wordt uitgeroepen. Gevolg: de competitie komt stil te liggen. Onder de demonstranten bevinden zich veel Barra Bravas van Colo-Colo en ‘La U’. Gebroederlijk trekken ze ten strijde tegen het beleid van president Sebastian Pinera, een miljardair die zijn fortuin verdient tijdens de dictatuur en tevens oud-voorzitter is van Colo-Colo. Na een maandenlange onderbreking rolt de bal inmiddels weer in Chili en kijkt het land uit naar nieuwe duels. Want ondanks dat ‘El Superclasico’ de minst competitieve derby ter wereld is - Colo-Colo loopt 42 overwinningen voor - zorgt deze wedstrijd ervoor dat een heel land 90 minuten lang zijn adem inhoudt. “Van alle derby's die ik speelde in Milaan en Madrid, was Colo-Colo tegen Club Universidad de Chile verreweg de belangrijkste.’’ Onderstreepte Chileens voetbalcoryfee Ivan Zamorano onlangs het belang van de derby in Santiago.
Comments