top of page
Rens

Je leven wagen voor een golf in Portugal

Publicatie: NRC Handelsblad

Het Portugese Nazaré is een van de populairste big wave surfplekken ter wereld. De extreme sport trekt er honderdduizenden bezoekers, vooral nu de golven hoog zijn. Begin dit jaar overleed de ervaren surfer Marcio Freire in het water. Hoe veilig is het om golven als flatgebouwen te bedwingen?


Iedereen nog aan boord?, brult Lino Bogalho (53) over zijn schouder. De ruitenwissers van zijn boot schieten met een zuigend geluid driftig heen en weer. Door de ramen is nog net te zien dat een golf van – als het een gebouw was – zo’n vier verdiepingen hoog ons tegemoet komt. Rechts sleept een jetski een surfer met een touw de golf in. „Links”, roept Bogalho tegen de kapitein naast hem. „Daar gaan we weer”. Een trap, de railing, een deurpost; de inzittenden, een handvol fotografen en toeristen, houden zich vast aan alles waar ze zich aan vast kunnen houden. De boot lanceert zichzelf, lijkt even stil te hangen, en ploft dan met een enorme dreun op het water. Opgelucht blaast een Portugese fotograaf zijn ingehouden adem uit. Achter ons laat de surfer het touw los. „Hij pakt de golf”, zegt Bogalho.


Jaarlijks trekt de extreme sport big wave surfing in Nazaré, een oud vissersdorp op anderhalf uur rijden ten noorden van Lissabon, zo’n 250.000 bezoekers. Veelal tijdens het stormseizoen, dat loopt van oktober tot en met maart. In 2011 zette de Hawaïaanse surfer Garrett McNamara het dorp op de kaart toen hij op een golf van bijna 24 meter surfte. Tientallen surfers uit de hele wereld volgen zijn voorbeeld. Ze bedwingen ‘dé golf’ zowel met tow-in surfen, waarbij jetski’s de surfers met een touw de golf in trekken, als door met hun armen in de golf te peddelen, zonder jetski. Inmiddels is het record een golf van ruim 26 meter, het staat op naam van de Duitser Sebastian Steudtner.


Verdronken

Maar het is niet alleen vrolijk spektakel in Nazaré. In de afgelopen twaalf jaar vonden er meerdere incidenten plaats, waaronder twee reanimaties. Begin dit jaar overleed de ervaren Braziliaanse surfer Marcio Freire (47) door verdrinking. De kracht, de onderwatertijd na een wipe-out (valpartij), de rotsen: hoe veilig is het om zulke hoge golven te bedwingen? „Elke dag is deze golf anders”, vertelt Bogalho. „Dat maakt het gevaarlijk.” De Portugees bestiert het grootste team dat het big wave surfen mogelijk maakt in het plaatsje. „Vervoer, verblijf, materiaal, jetski’s, opslag; we regelen alles.” Samen met onder andere de gemeente en, bovenal, oud-recordhouder McNamara promoot hij de Portugese golven internationaal en willen ze Nazaré nog groter maken. Het leidde bijvoorbeeld tot de HBO-serie 100 foot wave, waarin het leven van McNamara wordt gevolgd.


Waarom zijn de golven in Nazaré zo hoog? Vanaf de kaap – een enorme rots met vuurtoren, hoog uitpuilend boven de zee – tot 230 kilometer uit de kust loopt een onderzees ravijn. Op sommige plekken is het vijf kilometer diep – drie keer de diepte van de Grand Canyon in de Verenigde Staten. Stormen op de Atlantische Oceaan zorgen voor stromingen richting de kust. Langs de Praia do Norte stijgt de bodem op een korte afstand van heel diep naar ondiep, waardoor de golven omhoog worden gestuwd en, bij de juiste omstandigheden, in omvang verdubbelen of zelfs verdrievoudigen, zoals afgelopen weekend. Er werden golfhoogtes van 15 meter gemeten – het formaat van een kleine windmolen.


„Het was niet eens heel hoog vanmorgen”, zegt Michelle Des Bouillons (33) in de haven. De Braziliaanse surfster kamt kalmpjes haar natte haar in een loods van een sponsor. Als een van de weinige vrouwen durft ze het aan om hier het water in te gaan. Haar record: 21 meter. „Dit”, zegt ze met een wetsuit met valkussen in haar hand, „beschermt mij als ik val. Soms haal ik snelheden van 80 kilometer per uur. Water voelt dan hetzelfde als asfalt.” Op sociale media staan beelden van wipeouts, waarin surfers als een kiezelsteen over het water ketsen. Zo’n val bezorgde Des Bouillons al eens een gescheurde kruisband. Ze pakt een vest uit een kledingrek. „Als ik aan dit touwtje trek, blaast het vest zich op, zodat we naar boven drijven. Ik gebruikte het al meerdere keren”, lacht ze.


Met één recent dodelijk ongeval zijn er in Nazaré relatief weinig incidenten. Wereldwijd overlijden gemiddeld tien tot twintig surfers per jaar. Meestal verdrinken zij, soms worden ze gedood door een haai.


Schudden als een tamboerijn

Op de boot, tussen de golven, zijn de inzittenden een uur lang heen en weer geschud als een tamboerijn. De Portugese fotograaf ziet inmiddels lijkbleek. Op de terugtocht, voor de stokoude sedimentlagen in de kaap, peddelen twee surfers. Ze steken hun duim en pink in de lucht, de Shaka, een door de surfgemeenschap geadopteerde groet. Eenmaal in de haven, leunend tegen een hagelnieuwe jetski, benadrukt Bogalho hoe zijn team omgaat met het gevaar. „Het aantal ongevallen is laag door een aantal protocollen”, zegt hij. Via zijn team kan niet zomaar iedereen het water op. Een bestaande klant moet hem of haar aandragen. Een surfsessie kost 650 euro voor een hele dag, inclusief materiaal en begeleidend personeel. Over iedere surfer waken twee jetski’s. Bij wipe-outs varen zij op de surfers af om ze weg te slepen uit de branding. Naast de vuurtoren staan twee teamleden, om te filmen en het water te observeren. „Zij zien, met een voorsprong van anderhalve minuut, wat voor golven op de kust afkomen, en seinen de jetskirijders in via een radio”, vertelt Bogalho.


Naast deze spotters scharrelen honderden toeristen rond met verrekijkers en campingstoelen, op zoek naar het beste uitzicht. Op een verhoging zitten de Belgische Vanessa Rooseleir (42) en de Zwitserse Anjo Bonabri (60) met open mond te kijken. Ze kennen elkaar uit de bus naar Nazaré en zijn speciaal voor het surfen hierheen gekomen. „On-ge-looflijk”, zegt Rooseleir als in de verte een stipje een waterlawine net voorblijft.


Thuis volgen ze de golfvoorspellingen en kijken ze naar veel YouTube-beelden. „Drie dagen geleden heb ik geboekt”, zegt Rooseleir. Bonabri, die in 1986 „verliefd” werd op hoge golven op Bali, zag tien jaar geleden de beelden van McNamara en besloot ooit hier te komen. Een half jaar geleden boekte ze de vlucht. „De condities zijn perfect, het moest zo zijn.” In hun rugtassen zit eten en drinken. „We blijven hier de hele dag”, zegt Bonabri. Ze surfen allebei niet zelf, maar zijn gegrepen door de kracht en de grootte van de golven. Echt druk om de veiligheid van de surfers maken ze zich niet. „Het is goed georganiseerd”, zegt Rooseleir.


Is dat zo? De Nederlandse surfer Sacha Bongaertz (31) twijfelt. „Door de populariteit trekken deze golven ook minder goede surfers aan. Steeds vaker zie ik mensen op het water die er nog niet klaar voor zijn.” Bongaertz woont in de wintermaanden in een loods in de haven. Hij werkt in een eigen team, als surfer en jetski-rijder. In tegenstelling tot andere bekende plekken met hoge golven in de wereld, ziet hij in Nazaré minder strenge toelatingseisen. Op een bekende surfplek in Hawaï mogen surfers bijvoorbeeld nooit zonder bescherming van een jetski het water op. „Hier is het je eigen verantwoordelijkheid om het water op te gaan. Er wordt wel eens een oogje dichtgeknepen.” Desgevraagd wil Lino Bogalho niet te diep op die kritiek ingaan – hij zegt alleen dat zijn team niet soepel met de regels omgaat.


Iets verderop in de haven maakt Des Bouillons zich klaar voor een middagsessie. Ondanks de gevaren voelt ze zich veilig. „Vooral vanwege mijn team. We zijn goed op elkaar ingespeeld.” In dat team zit ook haar Braziliaanse vriend, surfer Ian Cosenza (35). Op de vraag of hij het spannend vindt om met zijn vriendin te werken, antwoordt hij nonchalant. „Als mijn moeder in Rio de Janeiro door een favela rijdt naar haar werk, ben ik angstiger.” Vanochtend viste Cosenza haar met zijn jetski een aantal keer uit het water. „Soms vind ik het gevaarlijk om haar te zien. Maar ze weet wat ze doet en is goed getraind. Ik kan haar toch niet tegenhouden.” Ondertussen ritst Des Bouillons haar wetsuit dicht. „Waarom ik mijn leven op het spel zet? Zo voel ik dat ik leef.”

댓글


bottom of page